Selectiecriteria
Leidend voor een succesvolle deelname aan de kopklas is de verwachte leerwinst, waardoor de leerlingen kunnen doorstromen naar een brugklas passend bij de capaciteiten van de leerling.
Dit uitgangspunt werken we uit in de onderstaande concrete criteria, waarbij we er vanuit gaan dat leerlingen na groep 7 of groep 8 kunnen instromen in de kopklas. Deze criteria vormen een richtlijn, leidend is de te verwachten leerwinst.
Screening
De leerlingen worden gescreend met behulp van de bevindingen van de leerkracht en de uitkomsten van het intelligentieonderzoek (WNV of NIO). /LOVS / Entreetoets. Bepalend daarbij zijn:
* Er zit een duidelijk verschil tussen de resultaten op taal- en rekengebied; taal blijft achter ten opzichte van de rekenresultaten.
* Op een eventuele entreetoets is duidelijk een verschil te zien tussen de percentielscores van de talige- en de rekenkundige vakken. Het kan voorkomen dat een taalpercentielscore extreem laag is, en een rekenpercentielscore extreem hoog.
* De scores op rekengebied zijn minimaal voldoende.
* Het intelligentieonderzoek geeft een duidelijk verschil aan tussen symbolisch en verbaal IQ
Capaciteiten
Uit de omschrijving die de leerkracht geeft van de capaciteiten van de leerling, moet blijken dat die minimaal op een bovengemiddeld niveau liggen (voor havo/vwo) of op gemiddeld niveau (vmbo-tl).
Inzet en motivatie
Uit de omschrijving die zowel de leerkracht, de ouders, als de leerling zelf geven van de motivatie van de leerling moet blijken dat die op een goed niveau ligt.
Leeftijd
Een leerling mag op 1 oktober niet ouder zijn dan 13 jaar.
Toetsresultaten
Hier krijgt u meer informatie over de Toetsuitslagen